Je hebt een Franse klomp metaal in de werkplaats staan, je weet dat het een 2CV motor is, maar of het ding draait of niet kan alleen met zekerheid gezegd worden als de machine in een eend is ingebouwd en er een poging wordt gedaan om het te starten. De frustratie is groot als de motor na een lange periode van hard werken ratelt en stottert of helemaal niet start. Dat kan worden verholpen.
Ik heb een apparaat voor mezelf gebouwd om motoren solo te testen, buiten de eend. Hiervoor heb je eerst een kapotte versnellingbak nodig, die wordt gedemonteerd zodat de voorste versnellingsbakdeel eraf valt. Deze is voorzien van een starter. Met de starterschroefverbinding wordt een accu-massakabel vastgeschroefd. Bij de plus aansluiting van de starter een analoge plus kabel. Een kabel met aan de andere kant een stekker wordt op de aansluitschroef van de pluskabel voor de accu geschroefd om in de plusaansluiting van de bobine te worden gestoken.
Steek nu een bobine met ontstekingskabels op de stekkers en de kabel op de motor van het brekercontact naar de min van de bobine. Met de hierboven beschreven motor-starter, die aan de ene kant aan de magneetschakelaar is geklemd en aan de andere kant aan de positieve aansluiting van de starter, kunnen we spelen met het contactslot. De benzineslang wordt met een stuk nieuwe slang verlengd en in een benzineblik gestopt. Een oliedrukcontrolelampje is nu heel nobel, die gewoon tussen de kabel op de motor en de plus op de starter wordt aangesloten. Al deze machines worden nu gewoon op de betreffende motor geschroefd, twee moeren zijn voldoende om te testen, één rechtsboven en één linksonder of vice versa. . .
Gezien het feit dat de motor zeker een tijdje heeft gestaan, is het logisch om eerst de carburateur en de brandstofpomp met benzine onder water te zetten met behulp van een injectiespuit. En dan kijken of de bougies er nog zijn en onder bepaalde omstandigheden de contacten en ventielen afstellen of zelfs vernieuwen. Oh - oeps - kijk of er nog olie in de motor zit. Sluit nu een accu aan op de kabel en klaar. Leg de accu en het benzineblik voor de motor, want de uitlaat is praktisch de warmtewisselaar en de vlammen kunnen eruit worden gegooid. . .
Voordat u de motor voor de eerste keer start, draait u de motor met de positieve kabel los van de bobine en controleert u of er oliedruk is, vandaar het oliedrukcontrolelampje. Als er oliedruk is, kan de machine nu online worden gestart, d.w.z. met de plus aangesloten op de bobine. Maakt veel lawaai, dus houd deze actie niet per se op de zondag voordat je naar de kerk gaat. Als de motor draait, controleer dan of beide cilinders optimaal lopen. Eens kun je dit controleren door je handen rechts en links van de uitlaat vast te houden (die er eigenlijk niet is) en te kijken of de druk aan beide kanten gelijk is (let op: heet + eventueel vlammen!).
Als de machine al een tijdje draait, kunt u ook de parallelliteit van de warmte testen op de warmtewisselaars en klepdeksels. Als beide aan beide kanten hetzelfde zijn, zijn dit goede voorwaarden voor een goede machine. Het ratelen van krukaslagers of zuigerpennen is ook te horen in deze rel, ik heb een stethoscoop met een lange stok georganiseerd. Hierdoor hoor je specifiek defecte krukaslagers, zuigerpennen of gewoon ratelende kleppen aan het geluid. Het is nu ook mogelijk om de compressie van de machine in gedemonteerde toestand te testen; je kunt geen echte waarden krijgen met de slinger.